Persbericht
Start Nationaal Onderzoek Facilitaire Innovatie 2024 ‘Van Facilitair naar Visionair’ Aan tafel zitten Ger Hanssen, Procesmanager Logistiek & Schoonmaak bij het Maastricht UMC+ (hierna afgekort als MUMC), Claudia Ingenhut-Brandt, Deskundige Infectiepreventie bij het MUMC, en Meta Boelens, Branchemanager Zorg bij CSU.
De afgelopen anderhalf jaar was opschalen meer dan ooit nodig. Ingenhut blikt terug op het begin van de coronacrisis. “In januari 2020 kwamen de eerste berichten dat het coronavirus richting Nederland zou komen. Maar niemand wist wat dat nieuwe virus precies was, laat staan hoe we ermee moesten omgaan. Protocollen of richtlijnen waren er niet. Er kwam iets onbekends op ons af en al snel was het gekkenhuis. Hoe gaan we om met besmette patiënten? Maar ook met bezoekers en begeleiders die het virus misschien meedragen? Hoe komen we aan voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen? Hoe vaak moet er schoongemaakt worden? En wat gaan we wanneer desinfecteren? Er waren heel veel vragen, maar uiteindelijk hebben we met z’n allen weloverwogen keuzes kunnen maken. Ook door continue met elkaar om de tafel te zitten. Hoe staan we ervoor?”
Zodra er een eerste schoonmaakprotocol lag, was het zaak om de medewerkers daarop te trainen. “Naast die technische instructies, was vooral ook het mentale aspect erg belangrijk”, vertelt Boelens. “De hele wereld was bang om corona te krijgen, dus ook onze medewerkers én hun sociale omgeving. Ze kregen privé te maken met vermijdgedrag, omdat ze in een coronaomgeving waren geweest. Men was bang dat ze de hele familie ziek zouden maken. We moesten er dus voor zorgen dat ze zich veilig voelden tijdens hun werk. Daarnaast werden ze op het werk ook nog eens vaker geconfronteerd met patiënten die ernstig ziek waren of zelfs kwamen te overlijden. We hebben veel zorg besteed aan het opvangen van onze mensen, want psychisch was het echt wel eens zwaar.”
Tijdens deze periode werd het extra duidelijk dat schoonmaken in een ziekenhuis echt een vak apart is en dat het niet voor iedereen is weggelegd. Boelens trainde de schoonmaakmedewerkers uit de leisure- en hotelsector die tijdens de lockdown het ziekenhuisteam kwamen versterken. “Veel mensen die bijvoorbeeld huisjes op een vakantiepark schoonmaken, kiezen daar bewust voor. Daar kunnen ze grotendeels uit het zicht hun eigen ding doen. Oordoppen in, muziek aan en schoonmaken maar. Dat vinden ze het fijnst. Maar in een ziekenhuis gaat dat niet. Daar moet je als schoonmaakmedewerker door het zorgproces heen werken. Er gebeuren calamiteiten waardoor je ander werk moet uitstellen. Of er is een arts bezig in de ruimte die je eigenlijk op dat moment moest reinigen. Dat kan dan dus niet, waardoor je zelf je eigen werk organisatorisch moet herschikken. En terwijl je over de gang loopt, vraagt een patiënt of bezoeker naar de weg. Er gebeurt veel en er zijn vaak verstoringen. Daar moet je als medewerker wel tegen kunnen.”
Daarnaast is ook de houding en het gedrag van de schoonmaakmedewerkers enorm belangrijk. Want hospitality en beleving hebben hier, naast natuurlijk hygiëne, prioriteit. “In de ziekenhuiswereld praten we al over het vijfsterrenhotel”, zegt Hanssen. “Daar bewegen we namelijk langzaam naartoe. De patiënt is uiteindelijk onze klant. En die verwacht niet alleen om beter en gezond gemaakt te worden, maar verwacht ook een bepaalde beleving. De schoonmaak speelt daarin een prominente rol. In de contracten met onze schoonmaakleveranciers (waaronder CSU) hebben we daarom ook opgenomen dat we meer focussen op de beleving dan op de technische kwaliteit. Dat laatste meten we met de VSR-methode en moet natuurlijk gewoon op orde zijn. Maar als het schoonmaakbedrijf zich netjes houdt aan alle afspraken die we van tevoren gemaakt hebben, betekent dat niet automatisch dat de gebouwgebruikers ook echt tevreden zijn.”
Het moge duidelijk zijn: De schoonmaakmedewerkers bevinden zich middenin het zorgproces. Naast de zorg voor een hygiënisch schone omgeving, leveren ze ook een belangrijke bijdrage aan de beleving. Met een gastvrije houding die niks onderdoet voor die van een medewerker in een vijfsterrenhotel.