Innovatie
Monique testte CSU’s visuele arbeidsovereenkomst: ‘Ik zou zo tekenen’ Met een uitgekiend aanbod aan instrumenten lukt het organisaties om grip te krijgen op leefkracht. Samen met Menzis werken wij aan de gezondheid en vitaliteit van onze medewerkers. ‘Alleen als je intrinsiek gemotiveerd bent, kun je gezonder gaan leven.’
‘Een goed beleid voor het versterken van de leefkracht begint met een heldere visie over het hoe en waarom’, zegt Gert Dekker, senior adviseur bedrijfszorg bij Menzis. ‘Met zo’n stip op de horizon weet iedereen dat er aandacht is voor gezondheid en sluiten de verschillende instrumenten op elkaar aan. Het liefst koppelt een organisatie hier ook doelen aan. Maak het dus zo meetbaar mogelijk.’
Dekker signaleert dat de redenen voor organisaties om te werken aan leefkracht steeds minder vaak over geld gaan. ‘Het vertrekpunt is vandaag de dag vaak anders. Niet kostenbesparing staat centraal, maar de leefkracht en intrinsieke motivatie van medewerkers.’
Gramser: ‘Minstens zo belangrijk is de continuïteit van de personeelsbezetting. Door inzet op gezondheid verzuimen onze collega’s niet alleen minder, het verloop is ook minder groot. Dit heeft zijn weerslag op onze dienstverlening. Wij willen onze klanten continuïteit bieden. Ze vinden het heel fijn als ze steeds met dezelfde mensen te maken hebben. Hoe vitaler een medewerker is, hoe minder vaak deze hoeft te worden vervangen door een collega. Wie vitaal is, voelt zich eenvoudigweg beter. Door de gedegen adviezen en partnership met Menzis voelen we ons gesteund en zien we dat het werkt.’
Investeren in leefkracht legde het schoonmaakbedrijf geen windeieren. In tien jaar tijd wist CSU het ziekteverzuim terug te brengen van tien naar vijf procent. Een knappe prestatie waar een gedegen plan aan ten grondslag ligt. Gramser: ‘Een groot deel van onze 15.000 medewerkers is vrouw, laagopgeleid en met verschillende migratieachtergronden. Uit onderzoek weten we dat die populatie een groot risico vormt voor langdurend verzuim. Om dit te kunnen veranderen is een doordachte strategie nodig.’
Bij zijn aantreden in deze functie, tien jaar geleden, besloot Gramser als eerste aandacht te geven aan het verzuimbeleid. ‘Dat moet hoe dan ook op orde zijn. We hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat verzuimende medewerkers goed worden begeleid, zodat ze weer snel aan het werk kunnen.’ Nadat het verzuimbeleid goed op de kaart stond, brak de volgende fase aan. Gramser: ‘We wilden meer aandacht geven aan de voorkant van het traject: de preventie van ziekte. En dit moest structureler, realiseerden we ons. We hadden een integraal vitaliteitsbeleid nodig.’
Lees hier het hele interview met Marco Gramser.